skip to main content

‘Fysieke borden en digitale navigatie versterken elkaar’

Verslag debat over de toekomst van bewegwijzering.

Bewegwijzering in Nederland vraagt om een slimme balans tussen fysieke en digitale oplossingen. Daarover waren de meeste deelnemers aan de debatrondes tijdens het jubileumsymposium van de Nationale Bewegwijzeringsdienst (NBd) op 13 maart 2025 het eens. Wegbeheerders, serviceproviders en weggebruikers gingen met elkaar in gesprek over hoe bewegwijzering er over tien tot dertig jaar uit zou moeten zien.

De discussies werden gevoerd aan de hand van drie prikkelende stellingen. Voorstanders van de eerste – ‘Bewegwijzering is nodig om de weg te vinden‘ – benadrukten de betrouwbaarheid van fysieke bewegwijzering wanneer technologie uitvalt. ‘Borden geven je de bevestiging dat je met navigatie op de goede weg zit’, aldus een van hen. Anderen wezen op het gebruiksgemak bij slecht weer of in het donker, en dat veel bestuurders liever niet helemaal afhankelijk zijn van een schermpje.

Tegenstanders van de stelling merkten op dat navigatie steeds beter wordt en dat fysieke borden in een drukke omgeving – denk aan de binnenstad – vaak onleesbaar zijn of wegvallen tussen andere visuele prikkels. Een deelnemer gaf aan dat de discussie hem een nieuwe kijk gaf op de zaak: ‘Ik dacht aan het begin dat verkeersborden onmisbaar waren. Maar ik realiseer me nu dat we steeds meer taken kunnen neerleggen bij serviceproviders.’ Een andere deelnemer benadrukte echter: ‘Voor complexe situaties hebben navigatiesystemen echt nog wel een weg te bewandelen.”

Toekomstvisie 2035

Bij de tweede stelling – ‘In 2035 hebben we vijftig procent minder bewegwijzering in onze steden‘ – liepen de meningen uiteen. Voorstanders wezen op digitalisering en de hoge kosten van bordenbeheer. Tegenstanders van de stelling vonden een reductie van 50% juist te optimistisch.

Deelnemers maakten een belangrijk onderscheid tussen auto- en fietsbewegwijzering. ‘Voor autoverkeer is 50% minder bewegwijzering mogelijk haalbaar, maar voor fietsers niet – daar hebben we juist meer bewegwijzering nodig’, concludeerde een van hen. Navigatiesystemen voor fietsers zijn nog niet zo geavanceerd en de overheid zet in op de aanleg van hoogwaardige fietspaden om autogebruikers op de fiets te krijgen.

Een deelnemer merkte op: ‘In grote steden is het verminderen van bewegwijzering lastig maar mogelijk, in kleinere steden lijkt het me niet haalbaar. Daar speelt citymarketing een grote rol.’ Ook in bijvoorbeeld de Rotterdamse havens en rond Schiphol is en blijft bewegwijzering cruciaal.

Communicatie centraal

Ook de derde stelling – ‘Bewegwijzering moet met elkaar communiceren‘ – bracht interessante perspectieven. Vanuit de kant van weggebruikers werd benadrukt dat navigatie en fysieke bewegwijzering beter op elkaar moeten aansluiten. Serviceproviders gaven aan dat ze hier al op inspelen. Zo gebruiken ze jaarlijks streetview om de belangrijkste doelen te lezen en te integreren in hun systemen.

‘Wegbeheerders moeten sensoren en camera’s snel digitaliseren op Europees niveau, zodat wij als serviceproviders de data, die hiermee verzameld worden, kunnen gebruiken’, stelde een deelnemer. Een ander benadrukte: ‘Weginrichting moet eenduidig en uniform zijn. Dat is uiteindelijk het enige wat telt voor wie veilig van A naar B wil.’

Werkwijze

Als bonusvraag werd gesteld of weggebruikers, wegbeheerders en serviceproviders iets aan hun werkwijze moeten en kunnen veranderen. ‘Less is more, bewegwijzering is de kunst van het weglaten’, klonk het. Een aantal deelnemers pleitte voor meer aandacht voor de menselijke maat: ‘We moeten nog beter gaan begrijpen hoe weggebruikers informatie verwerken en zowel bewegwijzering als navigatie hierop afstemmen.’

Opvallend was de vraag of de overheid een eigen digitaal navigatiesysteem moet overwegen. Ook werden zorgen geuit over de praktische uitvoering van minder borden langs de weg: ‘Als je in 2035 vijftig procent minder bewegwijzering wilt hebben, wie gaat die borden allemaal weghalen? En hoe herzien we bestaande bewegwijzeringsplannen?’

Een slimme balans

De conclusie was helder: digitalisering en fysieke bewegwijzering moeten elkaar versterken, nu en in de toekomst. Het gaat niet om óf-óf, maar om én-én, met een slimme balans tussen die twee.

Video’s

Na afloop vroegen we Chantal (perspectief weggebruiker), Bert (perspectief wetgever) en Carolien (perspectief serviceproviders) naar hun kernboodschap over de toekomst van bewegwijzering:

Chantal Merkx

Bert Timmermans

Carolien Mazal