skip to main content

'Bord en scherm blijven met elkaar verbonden'

Terugblik jubileumsymposium NBd De Toekomst van Bewegwijzering

Staan er in 2050 nog wel bewegwijzeringsborden langs de weg? Of nemen digitale navigatiesystemen het over? En hoe houden we rekening met zowel conservatieve weggebruikers in een klassieke auto als digital natives in elektrische, zelfrijdende voertuigen? Deze en meer vragen kwamen aan bod tijdens het jubileumsymposium van de Nationale Bewegwijzeringsdienst, georganiseerd samen met Platform WOW op 13 maart 2025. Wegbeheerders, beleidsmakers en serviceproviders ontmoetten elkaar in het Provinciehuis Utrecht om te reflecteren op de toekomst van bewegwijzering in een digitale wereld.

De tekst gaat onder de video verder

Aftermovie Jubileumsymposium NBd De Toekomst van Bewegwijzering

‘Bewegwijzering doen we samen,’ zo opende Dick Ottevanger, directeur van de Nationale Bewegwijzeringsdienst, het event. ‘Vandaag brengen we alle bewegwijzeringsmensen bij elkaar, iets wat we zelden doen. Ons tienjarig jubileum is een mooie uitzondering op die regel.’

Secretaris-generaal Jan Hendrik Dronkers van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat benadrukte in zijn toespraak het belang van bewegwijzering in Nederland, waar 18 miljoen inwoners en 20 miljoen toeristen jaarlijks hun weg moeten vinden van A naar B. ‘Men dacht een tijdje geleden: Nederland is af. Maar met de energietransitie en de ruimtelijke ordening verandert ook de bewegwijzering.’

Van vliegende auto’s naar slimme wegen

Carlo van de Weijer, als General Manager Smart Mobility & AI Systems Institute verbonden aan de TU Eindhoven, schetste als dagvoorzitter en keynote-speaker een breed perspectief op mobiliteit. ‘Ze hebben ons vliegende auto’s beloofd, maar dat is nog steeds geen realiteit,’ zei hij met een knipoog naar trendwatchers. De technoloog benadrukte dat mobiliteit meer is dan een middel om van A naar B te komen. ‘Net als eten meer is dan het binnenkrijgen van voedsel; we genieten er immers ook van.’ Hij verwees hierbij naar de coronapandemie. ‘Je kon thuiswerken en alles laten thuisbezorgen, maar mensen wilden er toch graag even op uit.’

Het huidige mobiliteitssysteem kent volgens Van de Weijer nogal wat duurzaamheidsproblemen, waaronder milieuvervuiling, 1,2 miljoen verkeersdoden per jaar wereldwijd en files. ‘Bij deze laatste twee kan bewegwijzering een belangrijke rol spelen,’ stelde hij. De uitdaging ligt volgens hem in de transitie van verkeer als centraal geleid systeem naar een zelfsturend systeem van goed geïnformeerde individuen. ‘Kunnen we digitalisatie inzetten om de verkeersinfrastructuur te versoberen en te verduurzamen? Dat zou een mes zijn dat aan vele kanten snijdt.’

De mens voorop

Chantal Merkx, coördinerend adviseur Human Factors bij Rijkswaterstaat, benaderde bewegwijzering vanuit het perspectief van de weggebruiker. ‘Ik heb geen glazen bol waarmee ik de toekomst kan voorspellen, maar weet wel dat mensen niet zo snel veranderen,’ benadrukte ze. Merkx vergeleek de weg met een IKEA-product: het liefst zo eenvoudig mogelijk voor de gebruiker zodat een handleiding overbodig is. ‘Alles wat je extra nodig hebt om te begrijpen waar je naartoe moet, zoals bewegwijzering en verkeersborden, is in feite een gebruiksaanwijzing.’

De verkeerspsycholoog noemde vijf human-factors principes die belangrijk zijn bij het ontwerpen van bewegwijzering:

  • Verwachtingen – ‘mensen zoeken onbewust blauwe borden aan de rechterkant van de weg en geen roze aan de linkerkant’, zoals een voorbeeld liet zien
  • Waarnemen
  • Begrijpen
  • Kunnen
  • Willen

Keep it simple, en realiseer je dat richtlijnen er niet voor niets zijn.’

Debatteren

In parallelsessies debatteerden de deelnemers over bewegwijzering vanuit verschillende perspectieven: wegbeheerders, weggebruikers, overheid en serviceproviders. Er waren ook praktische workshops en demo’s over dataverwerking, InfraSign – een applicatie waarmee je borden efficiënt en gestandaardiseerd kunt ontwerpen – en Signweb, een database voor bewegwijzeringsobjecten.

Wettelijk kader

Bert Timmermans, teammanager bij het Nationaal Toegangspunt Mobiliteitsdata, schetste het wettelijk kader voor een efficiënter mobiliteitssysteem bij een groeiende vraag naar mobiliteit. Hij benadrukte hierbij de essentiële rol van data, het belang van de Europese richtlijn voor Intelligent Transport Systems (ITS) en de bijbehorende digitalisatieverplichtingen. Timmermans legde ook uit waarom een goede koppeling tussen bewegwijzering en maatschappelijk gewenste routes cruciaal is voor een verkeersnetwerk dat optimaal functioneert.

Van ouderwetse borden tot zelfrijdende auto

Carolien Mazal, manager Government and Regulatory Affairs bij TomTom vertegenwoordigde in haar presentatie de visie van serviceproviders. Ze illustreerde haar verhaal aan de hand van drie cases: leraar Jaap die alleen op borden vertrouwt, Sara met haar elektrische auto met navigatie, en de toekomstige digital native Emma die zich volledig overgeeft aan een zelfrijdende auto. ‘Er zijn drie uitdagingen in de transitie naar meer digitale navigatie:

  • Het kip-ei probleem – navigatie gebruikt borden als referentie
  • De behoefte aan hoogwaardige real-time data
  • Het blijvende vertrouwen van mensen in fysieke borden

‘Combineer het beste van de twee werelden’, zo luidde haar advies aan de deelnemers in de zaal. ‘Fysieke borden bieden betrouwbaarheid, maar je hebt er het meest aan als je ze combineert met de intelligentie van digitale systemen.’

Minder voor de auto, meer voor de fiets

Dagvoorzitter Carlo van de Weijer sloot de dag af met een korte wrap-up. ‘De helft minder borden in 2030, dat gaat hem waarschijnlijk niet worden. Misschien kan de bewegwijzering een tandje minder, maar voor fietsers moet er juist meer informatie langs de weg komen. Steeds meer mensen ruilen de auto immers in voor de fiets.’ Van de Weijer pleitte daarbij voor een ‘ja en’-benadering in plaats van een ‘ja maar’: ‘De bewegwijzering is nergens zo duidelijk en voorspelbaar als hier in Nederland. Laten we er samen voor zorgen dat dit zo blijft, ook in tijden van digitalisering.’

Download hier de presentatie van het symposium.

‘Fysieke borden en digitale navigatie versterken elkaar’

Verslag debat over de toekomst van bewegwijzering.

Bewegwijzering in Nederland vraagt om een slimme balans tussen fysieke en digitale oplossingen. Daarover waren de meeste deelnemers aan de debatrondes tijdens het jubileumsymposium van de Nationale Bewegwijzeringsdienst (NBd) op 13 maart 2025 het eens. Wegbeheerders, serviceproviders en weggebruikers gingen met elkaar in gesprek over hoe bewegwijzering er over tien tot dertig jaar uit zou moeten zien.

De discussies werden gevoerd aan de hand van drie prikkelende stellingen. Voorstanders van de eerste – ‘Bewegwijzering is nodig om de weg te vinden‘ – benadrukten de betrouwbaarheid van fysieke bewegwijzering wanneer technologie uitvalt. ‘Borden geven je de bevestiging dat je met navigatie op de goede weg zit’, aldus een van hen. Anderen wezen op het gebruiksgemak bij slecht weer of in het donker, en dat veel bestuurders liever niet helemaal afhankelijk zijn van een schermpje.

Tegenstanders van de stelling merkten op dat navigatie steeds beter wordt en dat fysieke borden in een drukke omgeving – denk aan de binnenstad – vaak onleesbaar zijn of wegvallen tussen andere visuele prikkels. Een deelnemer gaf aan dat de discussie hem een nieuwe kijk gaf op de zaak: ‘Ik dacht aan het begin dat verkeersborden onmisbaar waren. Maar ik realiseer me nu dat we steeds meer taken kunnen neerleggen bij serviceproviders.’ Een andere deelnemer benadrukte echter: ‘Voor complexe situaties hebben navigatiesystemen echt nog wel een weg te bewandelen.”

Toekomstvisie 2035

Bij de tweede stelling – ‘In 2035 hebben we vijftig procent minder bewegwijzering in onze steden‘ – liepen de meningen uiteen. Voorstanders wezen op digitalisering en de hoge kosten van bordenbeheer. Tegenstanders van de stelling vonden een reductie van 50% juist te optimistisch.

Deelnemers maakten een belangrijk onderscheid tussen auto- en fietsbewegwijzering. ‘Voor autoverkeer is 50% minder bewegwijzering mogelijk haalbaar, maar voor fietsers niet – daar hebben we juist meer bewegwijzering nodig’, concludeerde een van hen. Navigatiesystemen voor fietsers zijn nog niet zo geavanceerd en de overheid zet in op de aanleg van hoogwaardige fietspaden om autogebruikers op de fiets te krijgen.

Een deelnemer merkte op: ‘In grote steden is het verminderen van bewegwijzering lastig maar mogelijk, in kleinere steden lijkt het me niet haalbaar. Daar speelt citymarketing een grote rol.’ Ook in bijvoorbeeld de Rotterdamse havens en rond Schiphol is en blijft bewegwijzering cruciaal.

Communicatie centraal
Ook de derde stelling – ‘Bewegwijzering moet met elkaar communiceren‘ – bracht interessante perspectieven. Vanuit de kant van weggebruikers werd benadrukt dat navigatie en fysieke bewegwijzering beter op elkaar moeten aansluiten. Serviceproviders gaven aan dat ze hier al op inspelen. Zo gebruiken ze jaarlijks streetview om de belangrijkste doelen te lezen en te integreren in hun systemen.

‘Wegbeheerders moeten sensoren en camera’s snel digitaliseren op Europees niveau, zodat wij als serviceproviders de data, die hiermee verzameld worden, kunnen gebruiken’, stelde een deelnemer. Een ander benadrukte: ‘Weginrichting moet eenduidig en uniform zijn. Dat is uiteindelijk het enige wat telt voor wie veilig van A naar B wil.’

Werkwijze
Als bonusvraag werd gesteld of weggebruikers, wegbeheerders en serviceproviders iets aan hun werkwijze moeten en kunnen veranderen. ‘Less is more, bewegwijzering is de kunst van het weglaten’, klonk het. Een aantal deelnemers pleitte voor meer aandacht voor de menselijke maat: ‘We moeten nog beter gaan begrijpen hoe weggebruikers informatie verwerken en zowel bewegwijzering als navigatie hierop afstemmen.’

Opvallend was de vraag of de overheid een eigen digitaal navigatiesysteem moet overwegen. Ook werden zorgen geuit over de praktische uitvoering van minder borden langs de weg: ‘Als je in 2035 vijftig procent minder bewegwijzering wilt hebben, wie gaat die borden allemaal weghalen? En hoe herzien we bestaande bewegwijzeringsplannen?’

Een slimme balans

De conclusie was helder: digitalisering en fysieke bewegwijzering moeten elkaar versterken, nu en in de toekomst. Het gaat niet om óf-óf, maar om én-én, met een slimme balans tussen die twee.

Video’s

Na afloop vroegen we Chantal (perspectief weggebruiker), Bert (perspectief wetgever) en Carolien (perspectief serviceproviders) naar hun kernboodschap over de toekomst van bewegwijzering:

Chantal Merkx

Bert Timmermans

Carolien Mazal